nemo censetur ignorare NEN-normen
Toen het nieuwe Bouwbesluit in 2003 van kracht werd, hebben we onze stagiaire gevraagd alle pdf’s met de tekst van het bouwbesluit te downloaden, uit te printen en een beetje handig in te laten binden. En, in één moeite door ook maar even de nieuwe woningwet, de toelichting daarop, de wet op de ruimtelijke ordening en wat NPR’s over met name de EPN printen en binden. Hiermee was ons bureau voorlopig weer helemaal op de hoogte van de allernieuwste regel- en wetgeving op het gebied van bouwen. Vijf jaar later gebruiken we nog steeds onze zelfsamengestelde telefoonboeken, nu vol met aantekeningen en post-it’s en als het ingewikkeld wordt dan kijken we even op de VROM-site. Reuze handig zoeken in de juiste gebruiksfunctie als je er achter wil komen wat het ventilatievoud van een kinderdagverblijf moet zijn. Daarnaast hebben we natuurlijk nog steeds onze geheime stapeltjes kopieën. Bijvoorbeeld een stelletje verfomfaaide en zwaar beduimelde A4tjes met de NEN 2075, zodat we kunnen narekenen of we de daglichteisen nog wel halen als we een balkon boven ramen hebben bedacht, of dichte loggia’s, of gewoon een groot dakoverstek. Ook de NEN 2768 (hoe groot moet een meterkast zijn) ligt meestal bovenop dat stapeltje. Dit, daar we ooit eens een meterkast van 2 bij 3 meter hadden bedacht. De eisen waren naar ons idee namelijk de minimum afmetingen, maar in deze bijkeuken met in een hoek wat meters wilden de NUTS installateurs geen aansluitingen maken, voordat we alsnog een KOMO KIWA-BRL3801 kastje hadden getimmerd. Ook toen we een keer de meterkast een hele meter breedte hadden gegeven en een diepte van 60 centimeter, dienden er eerst voorzetwandjes in de kast geplaatst te worden om de ruimte terug te brengen naar 700 mm x 310 mm, want anders konden mensen er wel eens een stofzuiger in gaan zetten. Stel je voor. Ook de NEN 47, NEN 2302 en NEN 379 hebben wij meestal onder handbereik sinds de keer dat onze aanvraag bouwvergunning voor een kleine verbouwing die wij toch keurig hadden uitgewerkt, niet ontvankelijk werd bevonden omdat er volgens het door de gemeente ingehuurde bouwkundige toetsingsbureau niet de juiste arceringen voor de materialen waren gebruikt (NEN47), de maatvoering niet conform NEN 2302 was weergegeven en de manier waarop onze tekeningen waren gevouwen (NEN379) niet deugde. Voorlopig dieptepunt was toen, alweer, een extern ingehuurde bouwplantoetser vond dat we de “UIT” bordjes weliswaar keurig volgens de NEN 6088 hadden getekend alleen stonden ze naar zijn idee op z’n kop. Je moet er maar tegen kunnen. Maar toen ik laatst echt eens de NEN 2575 nodig had vanwege een ingewikkelde brandveiligheidssituatie, deze bevond zich niet tussen onze kopieën, kwam ik erachter dat die dingen helemaal niet online staan.
Hoe we dan aan al die kopieën komen weet ik eigenlijk niet. De meeste hebben we van collega’s gekregen, denk ik, of zijn door stagiaires meegebracht (studenten en medewerkers in Delft hebben gratis toegang tot alle NEN-normen, online). Ik heb ooit eens begrepen dat je feitelijk die kopieën helemaal niet mag hebben. Er zit namelijk copyright op die normen. Er verdienen mensen geld aan. Om precies te zijn het Nederlands Normalisatie Instituut. Op zich is dat een stichting, maar vreemd blijft het natuurlijk wel dat je gratis en voor niks wetten kan bekijken en printen, en inmiddels ook jurisprudentie en Arbitragezaken voor de bouw, maar als een wet luidt: U dient te voldoen aan NEN XX, moet er opeens wel betaald worden voor die NEN XX. Voor een klein bureau is het niet te doen om een abonnement te nemen op al deze normen, je betaalt je blauw voor dingen die je soms maar één keer in de tien jaar nodig hebt. Zeker een architectenbureau dat het vak in de breedte uitoefent heeft al snel een gigantische stapel normen nodig. Die dingen gaan namelijk werkelijk over alles, van tegels, tot ventilatie, van waterdichtheid, tot kleuren en van bakstenen tot hout en van beton tot plastic om nog maar te zwijgen over arboregels. Alleen al in het Bouwbesluit zelf wordt direct verwezen naar zo’n 70 normen.
Voor een beetje gebouw zou je als architect, als je het allemaal keurig volgens het boekje zou willen doen, al snel zo’n 100 normen moeten raadplegen.
NEN zelf heeft dit gat in de markt nu ook gevonden en biedt sinds enige tijd “Normen vertaald naar de praktijk” boekjes aan. Voor slechts € 429,- (van € 573,-) krijg je negen praktijkgidsen Bouwbesluit en ben je weer helemaal bij. Sympathieker is de actie van Knooble Bouw die samen met advies- en ingenieursbureau CBB (Centraal Bureau Bouwtoezicht) een rechtzaak tegen de staat is begonnen met als inzet gratis wetgeving oftewel gratis normen. Inmiddels loopt deze zaak al meer dan twee jaar. Een uitspraak is voor de zesde keer aangehouden (de rechter heeft het er kennelijk moeilijk mee) en wordt waarschijnlijk op 8 oktober 2008 uitgesproken. “nemo censetur ignorare legem” (Eenieder dient de wet te kennen) en dat kan nu beter, goedkoper en makkelijker dan ooit via het internet, maar als de wet uit normen bestaat moeten we opeens forse bedragen gaan betalen en de wetteksten elders bij elkaar scharrelen.
Jasper de Haan september 2008